Voor de vrijstelling komen slechts in aanmerking personen die:
a) sedert ten minste twaalf opeenvolgende maanden hun normale verblijfplaats buiten de Gemeenschap hebben gehad;
b) het bewijs van hun huwelijkse staat leveren.
Er kunnen evenwel uitzonderingen worden toegestaan, mits het in het voornemen van de belanghebbende lag gedurende ten minste twaalf maanden buiten de Gemeenschap te verblijven.